Het wonder van driekoningen

Beeld je haar in: een oude dame, klein, teer, broos bijna. De 80 ver gepasseerd, de rug gekromd van de vele uren vroeger gebogen over naaimachine en stoffen, de geest beneveld door het monster dat Alzheimer heet. Soms, op een helder moment, zie je nog de schalksheid van vroeger in haar helderblauwe meisjesogen. Soms, op mindere momenten, krijgt ze haar kopje chocomelk nauwelijks nog aan haar lippen.
Maar een dame, dat is ze nog steeds, daar zorgt hij wel voor, haar oudste zoon. Hij zorgt dat haar kleren netjes zijn zoals ze het gewild zou hebben, dat haar haar even wit in een permanent met stevige krullen zit zoals ze het gewild zou hebben. Haar uiterlijk was deel van haar trots vroeger, ik heb haar nooit zonder een laagje make-up gekend, altijd "opgekleed", nooit liet ze zich gaan. Zelfs haar pantoffels waren elegant. Hij zorgt ervoor dat ze die waardigheid kan behouden, dat ze die dame van weleer niet helemaal hoeft te laten verslinden door het monster.

Dagelijks bezoekt hij haar, een paar uurtjes moeder-zoontijd in een kleine rusthuiskamer. Ze kijken naar amerikaanse series, eten een boterham, drinken een warme choco. Echte gesprekken hebben ze niet meer, want zinnen krijgt ze niet meer samengepuzzeld.
Zij weet eigenlijk niet meer wie hij is, daar heeft het monster voor gezorgd, maar ze voelt wel dat hij iemand is die ze goed moet kennen. Soms denkt ze dat hij haar vader is, of haar man of haar broer. Met zijn eigen voornaam heeft ze hem al erg lang niet meer aangesproken.

Maar dan is het kersttijd en met onze zotte gezonde hoofden beramen we een plan om driekoningen te gaan zingen in het rusthuis. Met een vijftal "wijzen" zijn we: 3 koningen, een koningin en een bevlogen pater. We verkleden ons allemaal, maar hij - haar zoon - is veruit de mooiste koning. Hij is gewikkeld in een groene zijden sari met gouden stiksels. Op zijn hoofd ligt een sjaal uit dezelfde stof en daar een kartonnen kroon op. Hij zou haast een oosterse sjeik kunnen zijn. Als zijn 2-jarige kleindochter hem ziet, rent ze bijna gillend weg: dat is haar opa toch niet meer?!

En dan beginnen we te zingen, nu zijt wellekome, uit volle borst. Zij ziet hem eerst niet, zit te suffen op haar stoel. Dan stoot de verpleegster haar aan: Kijk Germaine, de 3 koningen zijn hier.
Ze opent haar ogen en kijkt naar het tafereel, haar ogen stoppen bij de groene koning en vullen zich plots met pretlichtjes, een brede lach ontvouwt zich en uit haar mond rollen 3 hartverwarmende woorden: Maar Danny toch!

Een jaar was het zeker geleden dat ze die naam uitsprak en net nu hij zo verkleed is... Wat een toeval zou je kunnen zeggen. Of misschien zegt het wel iets over het beeld dat zij in het diepste van haar ziel van hem heeft opgeslagen.
Ik noem het een wonder, het wonder van driekoningen, want het legde voor hem en voor haar een prachtige gloed op een donkere winteravond. En heel even leek dat Alzheimermonster de kamer uitgedreven.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts