de geur van artiestenzweet

Af en toe kom ik in een schouwburg of één of andere concertzaal, niks bijzonders aan op zich. En een goede voorstelling kan mijn week goedmaken. Gaat misschien ook voor jou op.
Maar telkens weer begint het mij te kriebelen, te jeuken, te branden.
Het paard heeft zijn stal geroken. Echt, zo voel ik mij. Als een jong veulen zou ik het podium op willen rennen.
Want ik weet hoe de gelige lichten in de kleedkamers flikkeren en hoe je hart slaat als je in de coulissen het geroezemoes van de zaal hoort verstillen, hoe schoenen op de zwarte balletvloer klinken en hoe de kick van het applaus voelt, hoe kip gewarmd au bain marie voor de 3de keer in de week smaakt en hoe het zwarte gat na elke voorstelling toch een beetje knaagt, hoe de frontlichten in je ogen prikken en hoe de klank op het podium een show kan bepalen, hoe het stof in de backstage ruikt en hoe stilte van een publiek je kan kraken & maken. Het is geweldig, het is verslavend. Ik heb ervan mogen proeven, 10 jaar, wat een geluk.
Altijd geweten dat het niet voor eeuwig zou zijn. Geen seconde spijt ook van de keuzes die ik gemaakt heb.
De grote zalen zal ik nooit zelf met publiek vullen, zoveel is zeker. Maar wie weet, ooit op een dag, zal ik mijn ding weer doen. In kleinere zaaltjes, tussen kerktoren en gemeentehuis, waar de geur van verschraald bier je in de neus slaat als je 's middags binnenkomt. Maar waar misschien wel meer bloed, zweet en tranen van artiesten geplengd wordt, omdat ze het ook voelen, die drang.
Dan zal ik mij in het zand van de arena rollen en luid hinniken en bokkesprongen maken.
Nee niet echt natuurlijk, ik zal misschien met kloppend hart een lied zingen en elke seconde hopen "dat ze het toch maar goed vinden".


Reacties

  1. Als je zo kan zingen, en zo kan schrijven ... waar wacht je nog op?

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts